Van: "Yvonne van Iersel | StressloosWerken" <contact@stresslooswerken.nl>
Aan: <_t.e.s.t_@voorbeeld.nl>
Onderwerp: Jaargroep 18.5.1 Werkstress aanpakken
 
Dag ,

Hieronder vertelt een deelneemster aan een Mindfulnesstraining over haar werkstress en hoe ze die aanpakt. Ze houdt zich niet aan het principe van maximaal 1 of 2 voornemens tegelijkertijd aanpakken, maar toch: ter inspiratie!

(met dank aan collega Ger Schurink voor de case)

Aanleiding
Tijdens mijn werk (waarin ik veel computerwerk verricht) merk ik dat ik ‘oploop’. Ik ben erg geconcentreerd bezig, neem geen pauzes, zet geen kop thee of ga niet naar het toilet. Dit zint me niet, doet me geen goed.

Gedachten en gevoelens
Ik weet dat ik even zou moeten pauzeren en stoppen. Ik zou een ademruimte moeten nemen of even een kop thee halen en gaan zitten met aandacht, maar ik doe het niet. Ik voel me steeds gespannener worden en mijn lijf spant mee: ik haal oppervlakkiger adem, ik trek mijn schouders op, ik heb een verhoogde spanning in alle spieren van mijn lijf. Soms merk ik thuis pas dat ik hoofdpijn heb. Dit alles observeer ik en toch neem ik die verdomde ademruimte niet!

Gevolg
Dat verhoogt ook weer de spanning want ik vind van mezelf dat ik het wel moet doen en word eigenlijk boos op mezelf dat ik het niet doe. Innerlijk scheld ik als het ware op mezelf. Tegelijkertijd gaan er gedachten door me heen als: ‘ik moet echt dit voorstel in deze mail nog sturen want ze zitten op mij te wachten en als ik dit niet nu doe dan ben ik ver over de deadline’. Dit geeft een opgejaagd en angstig gevoel en een hernieuwde dosis spanning in mijn lijf met vooral kramp in mijn maaggebied. Ik ben mijn eigen slavendrijver en slaaf tegelijkertijd. Dit voelt als een onmogelijke situatie. Terwijl ik toch de irrationaliteit van deze gedachten inzie. Maar dat maakt niet dat er iets verandert aan hoe ik achter de computer zit;  noch dat ik actie onderneem om iets aan de situatie te veranderen.

Terug naar waar het allemaal begint
Dit hele scenario begint eigenlijk al als ik weet dat ik tegen een deadline aanzit en vol gepland zit. Zolang ik ‘s ochtends in bed lig gaat het nog goed, maar zodra ik op de rand van het bed zit voel ik dat ik in de doe-modus schiet en zo snel mogelijk op de fiets naar het station wil rijden - om een trein eerder te nemen! Ik kleed me nog net een beetje fatsoenlijk aan, en ben daarna (op) weg. Ik ben super efficiënt m’n stukken aan het lezen in de trein en sjees naar m’n werkplek. Ben blij als er nog geen collega is, want dan kan ik geconcentreerd aan de slag… En dat kan ik heel lang volhouden!

Ik maak een plannetje om op de korte termijn te bereiken dat ik minder vaak nek- en hoofdpijn wil hebben op mijn deadline dagen en op de lange termijn te bereiken dat ik mezelf gezelligheid en ontspanning kan gunnen, ook tijdens de werkdag. Het zou betekenen dat ik wat meer contact heb op het werk en me fysiek ontspan. Ik besef dat ik inderdaad baat zou kunnen hebben bij af en toe stoppen….

Ik maak een plan met mogelijkheden om in ieder geval ‘er bij te blijven’. De vraag hierbij is: wat kan ik op dit moment doen om mijn automatische patroon te doorbreken?

Dit is mijn lijst geworden:

  • Vijf bewuste ademhalingen nemen als ik in bed lig.
  • Op de rand van mijn bed de drie minuten nu oefening doen.
  • Recept maken op een post-it wat ik op de computer plak. Op dat recept staat wat ik ga doen voordat ik achter de computer ga zitten: Naar beneden om mijn beker om te spoelen en vers water op te zetten voor een echt lekker kopje thee. Tijdens het afwassen voel ik het water over mijn handen stromen. Dan loop ik met aandacht de trap op en zet ik de computer aan. In de wachttijd ga ik me even helemaal uit rekken, en nek en schouders laten rollen. Dan neem ik de eerste slokken thee met aandacht en leg mijn spullen klaar.
  • Ik overleg met mijn collega of we een muziekje kunnen aanzetten tijdens het werk.
  • Ik zet de timer op 1,5 uur. Ik laat de gsm in mijn jaszak zitten, zodat ik daar naartoe moet lopen om dat vervelende geluid uit te zetten. Als ik toch loop haal ik meteen een glaasje water.
  • Ik vraag mijn collega om me te waarschuwen voor de koffie pauze. Samen drinken we koffie en bespreken we de cd’s die we zouden willen draaien.
  • Ook voor de lunchpauze vraag ik een collega om mee naar buiten te gaan. Ik leg een nieuwe wandelroute klaar.
  • Ik kan ook wel eens gewoon een frisse neus halen. Of even voor het raam staan kijken naar de konijnen. Soms doet mijn collega mee.
  • Als ik thuis werk, leg ik mijn hardloopspullen in het zicht klaar.


En tot mijn verbazing helpt het!
M.

Hartelijke groet,

Yvonne van Iersel
StressloosWerken
www.stresslooswerken.nl